Het verhaal van een duif
Al tijden lang keerde hij terug
Steeds in gedachten verzonken
Op dezelfde plek, daar net achter de boomstronken
Net een trouwe bewaker, van een verlaten tolbrug
Op dezelfde plek, daar net achter de boomstronken
Net een trouwe bewaker, van een verlaten tolbrug
Een duif, niet eens zo een bijzondere
Maar wel steeds loyaal aan diezelfde plek
Telkens als ik opkeek dacht ik, ‘hey verrek ‘
Soms afvragend ‘is het misschien toch een andere? ‘
Maar wel steeds loyaal aan diezelfde plek
Telkens als ik opkeek dacht ik, ‘hey verrek ‘
Soms afvragend ‘is het misschien toch een andere? ‘
Na verloop van tijd bekroop me de vraag
“Waarom zit hij juist precies steeds daar?
Daar waar ik haar bittere herinneringen ervaar”
Iets wat ik me tot op heden nog steeds afvraag
“Waarom zit hij juist precies steeds daar?
Daar waar ik haar bittere herinneringen ervaar”
Iets wat ik me tot op heden nog steeds afvraag
“Als ik zou kunnen vliegen
Mijn vleugels zou kunnen uitslaan
Zou ik de zon achternagaan
Om nooit meer terug te keren, ver wegvliegen”
Mijn vleugels zou kunnen uitslaan
Zou ik de zon achternagaan
Om nooit meer terug te keren, ver wegvliegen”
Die gedachte had ik, al starend toen vaak
Maar waar ik ook ga, neem ik mezelf mee
Een storende gedachte ergens, was dat idee
Vaak de aanleiding waarop ik dat denken dan staak
Maar waar ik ook ga, neem ik mezelf mee
Een storende gedachte ergens, was dat idee
Vaak de aanleiding waarop ik dat denken dan staak
Ergens voelde hij aan als een soort lotgenoot
Trouw, loyaal en zoals ik, nog steeds afwachtend
Het onmogelijke stiekem toch verwachtend
Gevoelsmatig als ik dan staarde, was hij een soortgenoot
Trouw, loyaal en zoals ik, nog steeds afwachtend
Het onmogelijke stiekem toch verwachtend
Gevoelsmatig als ik dan staarde, was hij een soortgenoot
Zo ging het dan ook tijden lang goed
In onze starende blikken een stille groet
Telkens als hij er dan weer zat gaf dat me moed
Zo hebben die duif en ik elkaar in eenzaamheid ontmoet
In onze starende blikken een stille groet
Telkens als hij er dan weer zat gaf dat me moed
Zo hebben die duif en ik elkaar in eenzaamheid ontmoet
Afgelopen vrijdag, een grauwe dag
Kort nadat ik mijn taken had volbracht
Ik al starend, elk moment zijn aankomst had verwacht
Bleef er een doodse stilte, een leegte wat ik zag
Kort nadat ik mijn taken had volbracht
Ik al starend, elk moment zijn aankomst had verwacht
Bleef er een doodse stilte, een leegte wat ik zag
Het hield me bezig die dag en ook de nacht
Was het onmacht, of had hij opgegeven?
Ben ik nu als “de winnaar” alleen in het verlangen achtergebleven?
Ergens domme vragen, ‘een duif’, ik wordt toch wel hoger geacht?
Was het onmacht, of had hij opgegeven?
Ben ik nu als “de winnaar” alleen in het verlangen achtergebleven?
Ergens domme vragen, ‘een duif’, ik wordt toch wel hoger geacht?
Na een aantal dagen was het overduidelijk
En ergens deed het met stiekem ook trots
Alsof je de titel in de schoot geworpen krijgt plots
Dat gevoel had ik, troostend een aantal dagen herhaaldelijk
En ergens deed het met stiekem ook trots
Alsof je de titel in de schoot geworpen krijgt plots
Dat gevoel had ik, troostend een aantal dagen herhaaldelijk
Hij was nergens meer te bekennen die duif
Mijn zogenaamde vriend in eenzaamheid
Zijn afwezigheid sterkte in die dagen mijn zwijgzaamheid
Een stille afscheid, geen groet, geen blik, niet eens een wuif
Mijn zogenaamde vriend in eenzaamheid
Zijn afwezigheid sterkte in die dagen mijn zwijgzaamheid
Een stille afscheid, geen groet, geen blik, niet eens een wuif
Zou hij nu elders gelukkig zijn?
Nieuwe wortels in de liefde hebben geschoten?
Doen wat mij niet lukt, het hoofdstuk hebben afgesloten?
Vliegend naar de zon, voorgoed afscheid nemend van de pijn?
Nieuwe wortels in de liefde hebben geschoten?
Doen wat mij niet lukt, het hoofdstuk hebben afgesloten?
Vliegend naar de zon, voorgoed afscheid nemend van de pijn?
Het was een mooie herfstdag, een aantal weken verder
De onrust in mijn lijf moedigde me aan, om de tuin te doen
Het te ontdoen van al zijn onnodig groen
In mijn ijver en gedachten werd het snoeien en denken steeds intenser
De onrust in mijn lijf moedigde me aan, om de tuin te doen
Het te ontdoen van al zijn onnodig groen
In mijn ijver en gedachten werd het snoeien en denken steeds intenser
Op een gegeven moment, onverwachts, op de knieƫn tussen het groen
Was dat wat ik zag, een diepe steek, in het reeds bloedend hart
Onverwachts in een seconde werd mijn kleine wereld nog erger verward
Schaamte, -verdriet, -spijt, alles tegelijk, het overviel me als een visioen
Vele emoties ontploften als een vulkaan, hulpeloos, kon er niks tegen doen
Was dat wat ik zag, een diepe steek, in het reeds bloedend hart
Onverwachts in een seconde werd mijn kleine wereld nog erger verward
Schaamte, -verdriet, -spijt, alles tegelijk, het overviel me als een visioen
Vele emoties ontploften als een vulkaan, hulpeloos, kon er niks tegen doen
Daar lag hij dan, in pracht en praal nog steeds starend naar die ene plek
Inmiddels half vergaan maar nog even mooi, mijn nobele vriend de duif
Zijn sterven was de gemiste boodschap, de laatste boodschap van een postduif
Van alle plekken verkoos hij dit oord, de bron van mijn verdriet, als zijn rustplek
Inmiddels half vergaan maar nog even mooi, mijn nobele vriend de duif
Zijn sterven was de gemiste boodschap, de laatste boodschap van een postduif
Van alle plekken verkoos hij dit oord, de bron van mijn verdriet, als zijn rustplek
Onttroond van mijn titel in het verlangen, gekrenkt in mijn valse trots
Moest ik mijn meerdere erkennen, in mijn gevallen gevleugelde vriend
Dit lot en al dat, wat ik eerder onterecht had gedacht, had hij nooit verdiend
In luttele seconden werd ik ontkleed van mijn eigen aangemeten apetrots
Moest ik mijn meerdere erkennen, in mijn gevallen gevleugelde vriend
Dit lot en al dat, wat ik eerder onterecht had gedacht, had hij nooit verdiend
In luttele seconden werd ik ontkleed van mijn eigen aangemeten apetrots
Sorry mijn nobele vriend, voor de twijfels die ik had
Rust in vrede, vergeef je eenzame vriend, vergeet dit aardse verdriet
Zing daarboven, herboren in vertrouwen, voor mij alsjeblieft het levenslied
Wees gerust, we zien elkaar snel, ook ik ben moegestreden, gesloopt, echt afgemat.....
Rust in vrede, vergeef je eenzame vriend, vergeet dit aardse verdriet
Zing daarboven, herboren in vertrouwen, voor mij alsjeblieft het levenslied
Wees gerust, we zien elkaar snel, ook ik ben moegestreden, gesloopt, echt afgemat.....
20-2-2017
Reacties
Een reactie posten